Geheugen van de Toekomst
Ik draag dit korte persoonlijke verhaal op aan Het Indisch Herinneringscentrum (IHC), dat gisteren haar 10-jarige bestaan vierde. Het beschrijft de zoektocht, als derde generatie, naar mijn Indische roots, en de belangrijke rol die het IHC daarbij gespeeld heeft. Van harte gefeliciteerd, en dat jullie nog heel lang onze herinneringen en verhalen mogen verzamelen en delen, zowel in het verleden, als in de toekomst!
Herinnering van de Toekomst
Het verhaal begint met een foto, en een adres in Surabaya. En geen idee of de twee wat met elkaar te maken hebben. Mijn vader en ik zijn de afgelopen maanden al menig archief ingedoken, en hebben de familieleden in Nederland het hemd van het lijf gevraagd om zo, beetje bij beetje, de namen, plaatsen, foto's en familielegendes bij elkaar te sprokkelen. En nu staan we dan hier, in the middle of nowhere, op een kampung aan de rand Surabaya. Ik houd een foto met vreemde mensen erop in mijn hand; mijn vader maant de taxi om de motor te laten lopen voor het geval we hier voor niets zijn gekomen.
Ik slinger een ijzeren bel aan bij het hek van een prachtig tuintje vol bloemen, felgroene bladeren, en een kleurige vogeltjes in kooitjes. Er komt een dame naar buiten gelopen, die mij een beetje aan mijn oma doet denken. Alleen kijkt ze wat verward uit haar ogen: "wat doen die Belanda's hier?" hoor ik haar denken. In mijn gebrekkige bahasa probeer ik haar duidelijk te maken: "kita keluarga, dari Belanda, cari eh.. eh..."
Als zij nog verwarder uit haar ogen begint te kijken, en enigszins gaat fronzen, tover ik de foto tevoorschijn. Als een warme zon na een klaterende tropenbui klaart zij helemaal op, en wijst naar de foto, "ini saya", dat ben ik, dat ben ik. Er komt een brede glimlach tevoorschijn en ze maant ons enthousiast om naar binnen te komen: "silakan masuk". Daar in het nauwe gangetje hangt precies dezelfde foto aan de muur.
De dame -inmiddels staat ze erop dat ik haar tante Susani noem- woont in een gezellig huis, waarvan zij twee kamers verhuurt om haar pensioen aan te vullen. Ze had ons niet verwacht, en heeft daarom niet veel in huis, behalve coca cola en koekjes blijkt. Het duurt dan ook niet lang voordat mijn vader en ik ieder een bord vol biscuitjes, en drie blikjes cola voor ons neus hebben staan. Tante Susani lacht breeduit en knijpt mij veelvuldig in de arm, of legt haar hoofd even op mijn schouder bij wijze van knuffel. "Ik ga de rest van de familie bellen", gebaart ze.
Een krappe tien minuten later zit het hele kamertje vol met mensen. Alsof ze rechtstreeks van de foto in de gang, zo de huiskamer binnen zijn gelopen. Een ervan is Om Yun, een bescheiden maar statige man, de oudste broer van tante Susani. Hij draagt een rol papier onder zijn arm en zegt nonchalant: "ik heb ook een beetje familieonderzoek gedaan". Hij rolt het papier uit, en -flats- er ontvouwt zich een wijdvertakte stamboom, of beter gezegd weelderig oerwoud van namen en jaartallen en lijntjes, en wij staan er ook op tot met mijn vader aan toe. De namen zijn iets anders gespeld, hier en daar klopt een datum niet helemaal, maar wat maakt het uit: wij staan er echt op! Om Yun ziet onze verbazing en lacht trots. "Maar jullie weten toch wel dat de meeste van onze familie in Blitar woont?", zegt hij.
De volgende morgen pagi-pagi (dat is bahasa voor "veel te vroeg als je nog een jetlag hebt") zitten wij al schouder aan schouder ineengepakt in de auto met onze nieuwe familieleden, vijf uur lang hobbelend langs de kuilen en bochten in de weg naar Blitar. Ik zit naast een andere oom, een lieve man, met maar één tand, maar hij lacht er niet minder hartelijk om. Hij is net als iedereen in de familie dol op de sate kambing van de stalletjes waar wij onderweg stoppen om te eten. Tot op de dag van vandaag is het mij een raadsel hoe hij de brokjes rundvlees weet weg te werken met die ene tand. Hij eet sneller dan ik.
Eenmaal aangekomen in Blitar, rijden we langs prachtige padi's, en midden in de desa is er één weggetje. Iedereen die er woont blijkt familie te zijn. De huizen hebben grote tuinen met bomen waar je de rambutan en kelengkeng vers kunt plukken. In één van die tuinen worden we opgewacht door een groep glunderende familieleden. En plots zijn we wereldberoemd... in Blitar dan. We moeten met iedereen duizend keer op de foto, de ooms, de tantes, de kinderen, het hoofd van de desa, de politiecommissaris en allerlei andere streng kijkende mannen met snor en in uniform. Er komt een busje aangereden vol met schoolkinderen die maar wat graag hun Engels met ons willen oefenen, en van alles willen weten over ons leven in Nederland. Dan speel ik onder luid gejoel nog een liedje voor hen. "I will return, I will return...". "Aku kan pulang, aku kan pulang", vertaalt er iemand.
Na dit media-offensief worden we binnen uitgenodigd, en daar ontmoet ik voor het eerst de matriarch van de familie, the godmother, een fragiel oud dametje met pezige armen en van die krachtige pijit-vingers. Ze gebaart vriendelijk dat ik naast haar op de bank moet komen zitten. Ze gromt tevreden naar mij en legt haar hand op mijn knie. Zo zitten we minutenlang zwijgend naast elkaar. In het begin ben ik wat nerveus; mijn been trilt een beetje, ik voel mijn knie warm worden waar zij haar hand heeft gelegd, en vraag mij af of ik iets moet zeggen. Maar zij knikt mij nu en dan minzaam toe, en tuurt vervolgens weer tevreden de huiskamer in. Ik merk dat ik langzaam begin te ontspannen; ik voel de warmte van haar hand mijn been instromen, en even later voel ik de energie tussen ons rond circuleren, en uiteindelijk als ik helemaal ontspannen en senang ben, kijkt het dametje mij goedkeurend aan en laat neuriënd mijn knie los. Het contact is gemaakt; de stille kracht heeft haar werk gedaan, ik ben aangekomen.
=======
Sinds deze reis ben ik nog een paar keer teruggegaan, en ik ben mij steeds meer gaan verdiepen in de gedeelde geschiedenis van Nederland en Indonesië, bahasa indonesia aan het leren, begonnen met pencak silat (zoals jullie misschien hebben gezien in het filmpje met dhr. "Paatje" Phefferkorn). Het Indisch Herinneringscentrum (IHC) heeft mij ontzettend geholpen om de zoektocht naar mijn roots verder te verdiepen. Tijdens verschillende programma's van het IHC heb ik gedichten en liedjes mogen schrijven over uiteenlopende thema's (het Indisch Zwijgen, Buitenkampers, de Slag om de Javazee), en ik had nooit verwacht dat dat zo'n rijke bron van inspiratie zou zijn, die zich steeds maar verder blijft vertakken. En ik ontmoette daar steeds weer fijne, interessante mensen uit allerlei generaties waarvan ik veel leerde.
En zo kon ik gaandeweg steeds meer puzzelstukjes vinden van mijn persoonlijke familiegeschiedenis:
Waar is de andere helft van het rozenkransje dat mijn oma bewaarde in het Jappenkamp? Welk verhaal schuilt daarachter? Waarom werd opa boos als ik dacht dat hij Indonesisch was, hij was daar toch geboren? Waar kwamen al die spannende, magische verhalen over goden en boomgeesten vandaan die opa altijd vertelde, en die prachtige beeldjes van vishnu en shiva?
Het is essentieel dat de geschiedenis, de kennis, de opofferingen, de tradities en... recepten van de eerste generatie niet alleen bewaard blijven, maar ook weer worden doorgegeven aan de volgende generatie. Dat schept verbinding en identiteit (en makan-makan enak). Tegelijkertijd is het denk ik ook belangrijk om vooruit te blijven kijken; om niet alleen in het verleden te blijven, maar ook om de lijn door te trekken naar de volgende generaties. Zo houden we de geschiedenis levend. Ook de derde generatie heeft weer haar eigen zoektocht, vragen, en vindt daar nieuwe uitingsvormen en verhalen voor.
Want dat is ons immateriële erfgoed: de verhalen. En die verhalen leven voort; die eindigen niet hier. Als derde generatie word ik zeer geraakt door de geschiedenis van mijn grootouders en hun ouders voor hen. Tegelijkertijd kan ik ook weer vragen stellen die mijn vader niet mocht stellen: ik kan mijn op eigen manier verbinding maken met die geschiedenis, en weer opnieuw de verbinding zoeken met het huidige Indonesië. En wie weet, misschien kunnen gaandeweg dat proces zelfs oude wonden worden geheeld, contacten worden hersteld, foto's tot leven komen, en nieuwe herinneringen worden gesmeed... voor ons geheugen van de toekomst!
Den Haag, 11-11-2017.
©Robin Block